'Digitale transformatie draait om het hoe'

Even voorstellen: Niels Honig - lid van het Informatieberaad Zorg

“Veilige en betrouwbare digitalegegevensuitwisseling is de basis voor echte transformatie in de zorg”, zegt Niels Honig vicevoorzitter van de beroepsorganisatie van verpleegkundigen en verzorgenden en lid van het Informatieberaad Zorg. “En digitale transformatie in zorgorganisaties is hard nodig.”

Van verpleegkundige naar lid van het Informatieberaad Zorg (IB). Dat is in een notendop de achtergrond van Niels Honig, die in 2021 zijn eerste IB-vergadering bijwoont. “Als ik op de werkvloer ben, dan herken ik de taal van de werkvloer. Dat blijft. Ik kan me goed inleven in hoe het werk als verpleegkundige of als verzorgende op de afdeling is.”

Honig is sinds 2020 bestuurslid bij het Franciscus Gasthuis & Vlietland in Schiedam. Hij zet zich in voor beste zorg dicht bij huis in de regio Rijnmond en het verder ontwikkelen van het topklinische ziekenhuis. Digitale transformatie van de zorg staat hier op de agenda, zegt hij. Hiervoor was hij voorzitter van de raad van bestuur van de Stichting Zorggroep Florence in Den Haag, een van de grote Verpleeghuizen, Verzorgingshuizen en Thuiszorgorganisaties (VVT) in Nederland.

Het lidmaatschap van het Informatieberaad Zorg vindt hij belangrijk. “Dit beraad is wezenlijk voor de ambities die we als zorg hebben. Hier zitten alle relevante zorgpartijen, beroepsorganisaties en brancheorganisaties bij elkaar. Dat is uniek. Dat vind ik krachtig. Ik bedoel, je hebt hier de juiste mensen aan tafel. We hebben een ambitie om het voor de eigen organisatie en achterbannen goed te doen en we hebben een nog grotere ambitie om de zorg die we met elkaar in Nederland hebben toegankelijk en betaalbaar te houden. Wat er binnen het Informatieberaad gebeurt vind ik relevant. Het is leuk om aan zo’n tafel te zitten en een bijdrage te kunnen leveren aan de ambities van de zorg.”

V&VN

Honig vertegenwoordigt in het Informatieberaad Zorg de beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden, de V&VN, met ruim 105 duizend leden. “V&VN is de grootste beroepsvereniging van Nederland. Daarom vind ik dat wij zitting moeten hebben in het Informatieberaad Zorg. Alles wat daar voorbijkomt raakt ons. Verpleegkundigen en verzorgenden zitten in alle vormen van zorg. Juist vanuit dat brede spectrum is het heel belangrijk dat wij daarin vertegenwoordigd zijn en dat wij daarin onze achterban kunnen vertegenwoordigen.”

Waarom? “We hebben er belang bij dat de digitale uitwisseling kan plaatsvinden over de verschillende sectoren heen. Daarom is het belangrijk dat er een eenduidige infrastructuur komt en een eenduidig afsprakenstelsel. Ja, dat er informatiestandaarden komen. Dat is de kern van het belang van het Informatieberaad Zorg. Dat willen we met elkaar realiseren.”

Dat realiseren maakt het werk voor verpleegkundigen makkelijker. “Een patiënt is nooit actief in één silo of in één keten. Een ziekenhuispatiënt is daarvoor of daarna een patiënt in de wijk, bij de huisarts. Vaak heeft een patient ook een acute zorgvraag gehad of heeft of ontwikkelt een chronische zorgvraag. Verpleegkundigen kom je in de hele patiëntenreis tegen. Dan is het belangrijk dat je in die reis dezelfde taal spreekt en op dezelfde manier gegevens kan uitwisselen. In de verpleegkundige professie is eenduidigheid in taal en communicatie van het allergrootste belang.”

eOverdracht

Daarom heeft V&VN de standaard eOverdracht ontwikkeld. eOverdracht is de informatiestandaard die voortkomt uit de kwaliteitsstandaard verpleegkundige verslaglegging die is gedeponeerd bij het Zorginstituut Nederland. De zorgbouwstenen (zibs) waaruit de informatiestandaard is opgebouwd zijn op SNOMED CT gebaseerd zodat verpleegkundigen en verzorgenden onderling in een taal en met een techniek zorggegevens kunnen uitwisselen. “Dit komt de continuïteit en de kwaliteit van de zorg ten goede. Met alle verschillende werkvelden waarin verpleegkundigen en verzorgenden hun werk doen, gaat men op deze manier volgens de actuele kwaliteitsstandaard te werk. Deze informatiestandaard is bekrachtigd in het IB en is daarmee een onderdeel van het zogenaamde ‘duurzame informatiestelsel zorg’. Het kunnen vaststellen en doorontwikkelen van die professionele standaard is voor ons een heel direct belang bij onze deelname in het Informatieberaad Zorg.”  

De elektronische gegevensuitwisseling verloopt nog niet overal soepel. “De praktijk is weerbarstig. eOverdracht staat klaar voor gebruik, maar de noodzakelijke onderdelen van de infrastructuur zijn nog niet compleet en/of nog onderwerp van discussie. We moeten dit jaar de volgende stap zetten om het technisch mogelijk te maken dat we die uitwisseling veilig kunnen doen. De circa 150 zorginstellingen die deelnemen in de regeling InZicht hebben dat nodig om eOverdracht te kunnen implementeren in hun organisatie.

Digitale transformatie

We lopen in de zorg ‘flink’ achter met digitale transformatie, zegt Honig. Is het wel chefsache? “Digitalisering is een vitaal onderdeel van de zorgorganisaties. Dus het kan niet dat de digitalisering niet op de agenda staat van de bestuurskamer. Ik geloof dat iedereen inmiddels wel het belang snapt van digitale transformatie. Tegelijkertijd hoor en zie ik dat er wel wat handelingsverlegenheid zit bij sommigen om ermee aan de slag te gaan, om de vertaling te maken naar de volgende stap. Die ruimte moet wel gecreëerd worden en betrek zorgprofessionals erbij.”

Het gaat dus om het hoe en niet meer om het waarom en wat. “De vraag is hoe ga jij digitale transformatie in jouw organisatie realiseren. Maar het is echt ingewikkeld en de praktijk is weerbartsig. Het kennisniveau dat in het Informatieberaad Zorg zit, zit niet overal in de sector. Net als in de rest van de maatschappij zijn er in de zorg nog best veel collega’s die onvoldoende digivaardig zijn. Dat geldt zowel voor verpleegkundigen, bestuurders en artsen. We moeten niet de fout maken te denken dat iedereen inmiddels wel digivaardig is. Organisaties moeten medewerkers faciliteren om bij te blijven en leveranciers moeten hun software gebruikersvriendelijk maken en onder de motorkap zo inrichten dat via zorginformatiebouwstenen gegevensuitwisseling kan plaatsvinden met verschillende zorginstellingen en zorgvelden.”

Digitale gegevensuitwisseling

Het volgende interview is met Marc Janssen, - toevallig voormalige bestuurscollega van Honig bij het Franciscus Gasthuis & Vlietland in Schiedam - die namens de Nederlandse Federatie Universiteiten (NFU) in het Informatieberaad Zorg zit. Honig wil hem een vraag stellen. “Marc, hoe is jouw kijk op het Informatieberaad Zorg, een duurzaam informatiestelsel, en gegevensuitwisseling in de zorg verandert nu jij van een topklinisch ziekenhuis naar een academisch ziekenhuis bent gegaan? Ben jij anders gaan denken over wat er nodig is en hoe we het moeten aanpakken?”

Bij Honig is het beeld wel veranderd. “Ik wist al dat digitalisering en gegevensuitwisseling belangrijk was toen ik in de ouderenzorg werkte. Maar als ik de gap zie tussen de ouderenzorg, de wijkzorg en het ziekenhuis en hoe belangrijk het is dat we dat overbruggen, dan realiseer ik mij dat digitale gegevensuitwisseling in de zorg nog belangrijker is dan ik al dacht. Het Informatieberaad Zorg heeft dat besef met een factor tien versterkt.”

Wie zitten er in het Informatieberaad Zorg? Lees ook de interviews met:

Auteur: Karin Oost