‘Digitalisering wordt echt belangrijk in apothekerswereld’

Even voorstellen: Jacco Pesser, lid Informatieberaad Zorg

De apothekersorganisatie KNMP heeft ICT en digitalisering prominent op de bestuursagenda gezet. Was het eerst een onderdeel van een volle portefeuille van één van de bestuursleden, sinds vorig jaar is de portefeuille van bestuurslid Jacco Pesser, tevens openbaar apotheker uit Oudenbosch, volledig toegewijd aan ICT. “Er is nog veel niet op orde.”

Jacco Pesser

Wie googelt op Jacco Pesser, stuit op de anti-katerpil Zober die hij in 2017 met zijn zoon heeft ontwikkeld. Die pil is de basis voor de gelijknamige Zober BV waarvan hij mede-eigenaar is. De pil bevat een grote hoeveelheid groene thee extract die een kater als sneeuw voor de zon moet doen verdwijnen. Dat is lang geleden, zegt Pesser die er eigenlijk wel klaar mee is nu. Hij doet veel meer dan dat immers. Hij is naast openbaar apotheker in het pittoreske Oudenbosch en KNMP bestuurslid, ook bestuurslid van de Werkgeversvereniging zelfstandige openbare apotheken, bestuursvoorzitter coöperatieve Mosadex Groep en mede-eigenaar van meerdere Service Apotheken.

Focus op digitalisering

Zijn focus ligt vooral op de digitalisering en ICT. Dat vindt hij belangrijk, en het bestuur van de apothekersorganisatie Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) ook.  Die heeft vorig jaar van ICT een aparte portefeuille gemaakt die Pesser heeft omarmd. Hij is daarmee sinds september 2021 ook lid van het Informatieberaad Zorg.

Die portefeuillewissel laat zien dat ICT, digitalisering en vooral ook gegevensuitwisseling in de zorg prominent op de bestuursagenda staat van de KNMP, vertelt Pesser. “Het is essentieel om in de IT goed met elkaar te kunnen babbelen. Apotheken onderling, dat gaat wel. Maar zo gauw je over de muur heen met andere zorgverleners, zoals ziekenhuizen, GGZ, noem maar op, digitaal wilt uitwisselen dan hebben we dat nog niet genoeg op orde. Ik wil graag een steentje bijdragen om dit te verbeteren.”

Gegevensuitwisseling

Apothekers hebben veel met gegevensuitwisseling in de zorg te maken. Een apotheker communiceert met onder meer huisartsen, lokale ziekenhuizen, ggz, wijkzorg en (academische) ziekenhuizen. En deze disciplines gebruiken andere ICT-systemen.  “Nederland kent veel aanbieders van IT-systemen. Die hebben allemaal hun eigen taal in hun eigen communicatievormen. Als je geluk hebt, gebruikt de huisarts met wie je uitwisselt eenzelfde systeem als de apotheker. Als dat niet zo is moet je met standaarden werken, zoals EDIFACT. Dat werkt als fietsen met houten banden: het rijdt wel, maar je moet harder werken.”

Die houten banden staan metafoor voor het moeizame uitwisselen van informatie. “Het dossier bij een huisarts komt vaak niet overeen met het farmaceutische dossier dat ik heb. Het kan zijn dat er dan andere medicatie staat, of andere sterktes, of een andere einddatum als het gaat over herhaalmedicatie. Daar komen we wel uit door heen en weer te bellen en te controleren. Idealiter wil je gewoon een dossier openen dat volledig actueel en accuraat is en dat dezelfde medicatiegegevens bevat als die bij de huisarts staan. Dat is nog niet het geval.”

De risico’s

Houten banden hebben gevolgen, zegt Pesser. “De zorg is daardoor niet optimaal. Als mensen van een ziekenhuis naar een revalidatiecentrum gaan, is er een overdracht. Die gaat vaak nog over de mail, op papier of soms nog fax. Je hebt daardoor meer tijd nodig om de juiste zorg te leveren. Want je moet vaker bellen of contact zoeken als je antwoorden niet in het dossier vindt. Dat is extra werk. Als je niet zeker weet of data kloppen, kan het maar zo zijn dat je dingen mist wat tot ernstige ongelukken zou kunnen leiden.”

Informatieberaad Zorg

Daarom zit de KNMP al vanaf het begin, sinds 2014 in het Informatieberaad Zorg. Die deelname vindt Pesser logisch en belangrijk. “Kijk een patiënt die ergens in de zorg komt, bij een huisarts, een ziekenhuis of een instelling, komt altijd met farmacie in aanraking. Altijd. In alle zorgrichtingen hebben apothekers een rol. Elke patiëntreis zoals dat zo mooi heet, heeft te maken met de farmacie. Dus het is logisch dat apothekers al in een heel vroeg stadium aan tafel wilden zitten.”

Uniformiteit

De gegevensuitwisseling is desondanks nog niet op orde.  “Ik zou best wel meer voortgang willen. Maar goed, dat is een beetje zoals Nederland is georganiseerd. Wij hebben gekozen de zorg een markt te laten zijn en dus meer aanbieders voor elk denkbaar systeem toe te laten. Soms kijk je wel eens jaloers naar andere modellen, met name de Scandinavische landen waarin bijna maar één taal tussen zorgaanbieders is ingeregeld. De communicatie is daardoor een stuk efficiënter dan in ons land. We zitten nu in het Informatieberaad Zorg wel op het spoor dat we een zekere uniformiteit met elkaar willen. ”

Fundament: een taal

Daarom, zegt Pesser, heeft de KNMP ook erg gelobbyd voor Mitz. Hij is dan ook blij dat het Informatieberaad Zorg besloten heeft de toestemmingsvoorziening Mitz als bouwsteen op te nemen. “Mitz is mogelijk niet het enige of het beste om toestemming goed te regelen. Het is wel een bouwsteen voor een soort uniforme taal van zo willen wij met die toestemming aan de slag. Dan is een goede stap om tot die goede gegevensuitwisseling te komen. “

Vertrouwen

Voortgang maken betekent vooral vertrouwen hebben, zegt Pesser. “Als nieuwkomer in het IB, mis ik soms het vertrouwen dat het goed komt. Ik vraag me af of andere partijen dat ook zo zien.” Die vraag speelt hij meteen door naar Paula Nelissen, de bestuursvoorzitter van ActiZ, de branchevereniging van ongeveer 400 zorgorganisaties, die hierna wordt geïnterviewd.

Wat hij met vertrouwen bedoelt, vergelijkt hij met het bouwen van een huis. “Als je een huis bouwt, zit je met de aannemer aan tafel en maak je afspraken met elkaar en ga je er van uit dat het goed komt. Ondanks je tekening, is er altijd wel iets: de kozijnen worden niet op tijd geleverd, het raam past niet of de deur moet een meter naar links. Dat los je dan gewoon op. Maar die laatste stap: het gaat goedkomen, dat mis ik nog. Dat heeft te maken met de ingewikkeldheid van dossiers. We hebben het namelijk niet over het bouwen van een huis, maar over een hele stad.” De zorg is een complex speelveld, concludeert Pesser. “Want als het zo simpel was, dan hadden we dat allang maar bedacht. Het is geen onwil. Je overziet niet altijd alles. Maar dat met elkaar oplossen zou je moeten doen zoals je dat met een aannemer doet als je een huis bouwt.”

Dit sluit aan op de vraag die Ernst Klunder stelt aan Pesser: wanneer vind jij het IB nu succesvol? “Het IB is succesvol als we uiteindelijk het fundament gelegd hebben voor een goede gegevensuitwisseling in de zorg. Dat de toestemming goed geregeld is. Dat daar afspraken over zijn en aan de andere kant dat we in die uitwisseling van die gegevens, eenheid van taal met elkaar afspreken. Dan heb ik niet over de uitvoering van al die zaken. Die komt dan wel. Belangrijk is vooral het fundament van het huis bouwen en een dak erop.”

VIPP Pharmacie

Zo hoopt hij dat het in elk geval zal gaan bij het onlangs gestarte versnellingsprogramma VIPP Pharmacie. “Daar zit heel veel tijd en moeite in van apothekers en ook geld van de overheid, dus dat komt van beide kanten.” VIPP Farmacie valt binnen het outcomedoel medicatieveiligheid van het Informatieberaad Zorg. Het doel van VIPP Farmacie is het vergroten van de medicatieveiligheid voor patiënten en de efficiëntie van dossieroverdracht. Hiervoor moeten zorgverleners medicatiegegevens goed elektronisch kunnen overdragen. Het programma sluit aan bij Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) waarin het digitaal uitwisselen van gegevens in de zorg verplicht wordt.

De VIPP Pharmacie was er volgens Pesser niet gekomen zonder het Informatieberaad Zorg. “Nee, want dan heb je niet die communicatie om tot zo’n VIPP te komen. Zo’n VIPP heeft echt wel impact voor apothekers. Dit is echt een stap. Dit is iets waarvan wij als apothekers samen met andere veldpartijen kunnen zeggen van, kijk we doen nu iets, we hebben iets. We zijn begonnen aan het fundament van het huis waar ik het net over had. Dat zijn toch zaken die uiteindelijk uit het Informatieberaad Zorg overleg voortkomen.”

Droombeeld voor goede zorg

VIPP Pharmacie is een stap in Pessers droombeeld voor goede zorg. “Voor goede zorg heb je goede gegevensuitwisseling nodig. Idealiter heb je voor zorgaanbieders maar een systeem, inclusief de hele financiële afwikkeling. Dat systeem moet ook de gegevens genereren die ik als zorgprofessional nodig heb en iets zeggen over het niveau van zorg. Het moet geschikt zijn voor wetenschappelijk onderzoek.”

Ook voor patiënten zou idealiter maar één systeem nodig moeten zijn, droomt Pesser. Daarin zou de patiënt als zijn patiëntgegevens van al zijn zorgverleners kunnen organiseren. Een patiënt zou van daaruit bijvoorbeeld vragen kunnen stellen aan zijn zorgverlener of apotheek, die op basis daarvan een patiënt direct kan helpen of bij twijfel kan uitnodigen voor consult. “Maar dan moet de uitwisseling van gegevens bij de zorgverleners wel op orde zijn.”

“Digitalisering in onze sector gaat langzamer dan in andere sectoren, zoals de banken. Het gaat in de zorg ook om aandacht. Ziek zijn kun je niet helemaal oplossen door iets achter een schermpje te hangen. Maar je kan wel een stuk van die zorg vereenvoudigen met ICT, zodat je als apotheker of als arts of als zorgaanbieder meer mensen kan helpen in diezelfde tijd waardoor het de patiënt ook minder tijd kost en die meer aandacht krijgt.”
Naast aandacht is wet- en regelgeving ook een belemmerende factor voor digitalisering, zegt Pesser. “In de retail zie je dat er meer communicatie mogelijk is dan wij nu doen. Maar een boek is wel wat anders dan een medicijn. Ik kan niet zeggen ‘de meeste mensen die paracetamol kochten, kochten ook Ibuprofen’. Ik mag een notificatie sturen met uw medicatie staat gereed, maar ik mag niet melden welke medicatie dat is. Dat zou ik wel willen. Nu gaan mensen bellen: “Oja, welke dan?”

Wie zitten er in het Informatieberaad Zorg? Lees ook de interviews met:

Auteur: Karin Oost